Bidden met Louis-Marie Grignion de Montfort

Spiritualiteit in de lijn van Louis-Marie Grignion de Montfort

Wiel Logister smm

Deze publicatie bevat een aantal gebeden van Louis-Marie Grignion de Montfort uit zijn geestelijke liederen, cantiques in het Frans (afgekort C). Daar en in andere geschriften van hem komen nog meer gebeden voor. Deze selectie laat zien, hoe hartstochtelijk hij bad en anderen leerde bidden. Hij raffelde niet zomaar van alles af, maar zocht ingetogen en geconcentreerd contact met het Ultieme Levensgeheim dat hij stamelend en stotterend “God” noemt. Wie echt bidt, moet er volgens hem rekening mee houden dat hij of zij verrast, geraakt en bewogen wordt door wat van Godswege naar ons toe komt. Wie bij voorbaat denkt te weten wat dit inhoudt en vraagt, beseft niet hoezeer God iedere morgen nieuw is.

Als inleiding is Cantiek 15 opgenomen, een uitvoerige beschouwing over wat bidden inhoudt. Daarna volgen een serie gebeden die in allerlei omstandigheden gebruikt kunnen worden. Om te beginnen is dat het Onzevader, waarvan Montfort een eigen versie heeft. Hij neemt niet zomaar woorden over, maar tracht ze zich eigen te maken op een levendige manier. Hij vreest sleur en gewoonte. Het gaat immers om God die met mensen op weg wil gaan, en om mensen die zoals Abraham van de ene plaats naar de andere worden gestuurd.

Montfort heeft ook gebeden geschreven voor verschillende momenten van het kerkelijk jaar.
Al biddend volgt hij de weg die velen met Jezus zijn gegaan. Niet zijn eigen ervaringen en bekommernissen staan op de voorgrond, maar wat Jezus heeft meegemaakt en is overkomen. Bovendien is Montfort begaan met het lot van anderen, zoals de zielen in het vagevuur.

Tenslotte zijn er gebeden waarin Maria centraal staat. De wijze waarop de menslievendheid van God in haar is doorgebroken, is een uitmuntende oefenschool voor het gebed. Terwijl Adam zich in het paradijs goddelijke allures aanmatigt en door hoogmoed ten val komt, geeft Maria blijk van een diepe, afgrondelijke nederigheid. Die houding maakt haar volgens Montfort tot een voortreffelijke gebedsruimte, een levende kapel, een heel persoonlijk oratorium. Zij laat zich leiden door een zuiver geloof dat vrij is van de neiging om over anderen te heersen. Zij is juist uitermate begaan met hen. In het spoor van de psalmist, van profeten en bovenal van Jezus tracht zij al biddend steeds intenser
te leven conform de wil en de Geest van God. Wie bidt met Maria voor ogen, slaagt er volgens Montfort in om te leven in toewijding aan God en aan medemensen.